Innovatie en ontwikkeling in de bouwkolom


Innovatie en ontwikkeling in de bouwkolom

De bouwkolom een traditionele bedrijfstak? Voor sommigen gaan de ontwikkelingen te traag, voor velen te snel. Deze weblog geeft onze visie op thema's op het snijvlak van ondernemerschap, innovatie en ontwikkeling en de wensen van klanten en samenleving. Het gaat om marktpositionering, vernieuwend inkopen en aanbesteden, Lean bouwen en installeren, BIM, duurzaamheid en sociale innovatie.

25 november 2011

Vraagt een technisch concept ook om een technische uitleg?!


Donderdag 24 november vond de manifestatie ‘De voorsprong’ plaats. Met de prijsvraag “De Voorsprong” willen Energiesprong en Netwerk Conceptueel Bouwen innovatieve, waardevolle en integrale oplossingen voor bouwen of renoveren met een hoge energieambitie stimuleren. Juryvoorzitter Pieter Huijbregts: “Vijftig inzendingen! Dat maakt duidelijk dat er groei zit in het aanbod van energieambitieuze concepten. Geweldig!”

Uit deze 50 inzending zijn er zes geselecteerd voor nieuwbouw en zes voor renovatie. Deze twaalf concepten werden tijdens de manifestatie gepresenteerd, zodat deze terplekke en transparant door een vakkundige jury konden worden beoordeeld. Maar hoe presenteer je als bouwer en/of ondernemer nou een prachtig technisch concept? Vertel je het publiek en jury hoe het concept technisch in elkaar zit? Welke materiaalsoort en bijbehorende dikte er is gekozen voor een bepaalde gevelisolatie?

Tijdens de presentaties bleek dat vrijwel alle ondernemers in een pitch van 4,5 minuut de focus hadden gelegd op deze technische kant. Bouwers zijn toch over het algemeen blauwdrukdenkers (Leon de Caluwé) en zijn daardoor al snel geneigd om de techniek centraal te zetten. Maar juist om je concept “aan de man te brengen” is het van belang dat je het verkoopt! En ook verkopen aan een bewust gekozen doelgroep. Waar ligt het onderscheidend vermogen van je concept? En voor wie? Een doelgroep is niet “eengezins renovatiewoningen”, maar bijvoorbeeld “starters die een eengezins-rijtjeswoning willen in de binnenstad”.

Als opdrachtgevers, zoals bijvoorbeeld woningcorporaties moeten kiezen uit zes concepten, dan moeten ze wel inzichtelijk hebben waarin deze concepten van elkaar verschillen. En voor opdrachtgevers zijn daarbij de technische aspecten het minst interessant. De hinder, overlast en kosten voor de huurder staan centraal, en de prestatie van de woning op de langer termijn. Ondanks dat de concepten echt goed in elkaar zaten, waren de marketing en (penetratie)strategie onderbelicht. Zowel in de pitch als in een achterliggende businesscase, zo bleek uit de kritiek van de jury.

Tijdens de discussie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers kwam wel duidelijk het signaal naar voren dat de markt het aanbod heeft, maar dat opdrachtgevers in hun uitvraag ook de ruimte moeten bieden om de concepten een kans te geven. Deze constatering is naar mijn mening de kern van de problematiek. En voor zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers is hier werk aan de winkel. Opdrachtgevers, kijk kritisch naar de wijze waarop jullie voldoende ruimte kunnen geven in de uitvraag, maar tegelijkertijd wel het proces in die mate kunnen beheersen wat bij jullie organisatie past. Opdrachtnemers, maak een interessante business case voor je concept en overtuig daarmee opdrachtgevers van de mogelijkheden. Geef in deze businesscase ook de ruimte aan, die jullie van opdrachtgevers nodig hebben om het concept succesvol te laten zijn!

Klik hier voor de uitslag van de winnende concepten.

Door Matthijs Pot
Organisatie adviseur Balance & Result

13 november 2011

Duurzaamheid is in hart en in het hoofd

Zo opende Wouke van Scherrenburg het congres “Nieuwe energie in de bestaande bouw”. De dag van de duurzaamheid bracht tienduizenden professionals op de been om visies te delen en nieuwe initiatieven aan te kondigen, zoals het energiefonds en de MKB-regeling van de provincie Overijssel.
Wat blijft zijn de argumenten. Ze variëren in de tijd, maar blijven in essentie gelijk. We moeten zuinig zijn met schaarse grondstoffen omdat we onze kinderen niet uit kunnen leggen dat we ze er in korte tijd hebben doorgejaagd. Verbranden van fossiele brandstoffen leidt tot uitstoot van broeikasgassen en onhoudbare gevolgen voor het klimaat. Voor olie is Nederland afhankelijk van het buitenland. Dat maakt onze economie kwetsbaar voor de internationale politieke context. En tot slot, investeringen in duurzaamheid, energiebesparing en duurzame energie leveren een forse bijdrage aan de economische bedrijvigheid en werkgelegenheid.
Het huidige debat over duurzaamheid verschilt opmerkelijk ten opzichte van jaren terug. Het begon eind jaren zestig met open sandalen, geitenwollen sokken en lange haren. Daar vinden we nu helemaal niets meer van terug.
Ten tweede, duurzaamheid werd jarenlang gedomineerd door idealisme. Gelukkig is dat niet geheel weg, maar zakelijke overwegingen geven momenteel de doorslag. De economie ligt op zijn gat, behalve als het gaat om duurzaamheid. Er is geen woningcorporatie die niet broedt op verduurzaming van haar woningbestand.
Een derde onderscheid zit in de verwachtingen ten aanzien van Den Haag. Als het van Den Haag moet afhangen, dan komt er niks van terecht, zo is de dominerende opinie. Den Haag moet de institutionele belemmeringen opruimen. Dan doet de markt de rest. Is daar een zetje bij nodig, dan niet meer met subsidies, maar leningen die op termijn worden terugbetaald uit de opbrengsten.
Tot slot het business model. Wat jaren terug ondenkbaar was, begint nu dagelijkse praktijk te worden. Bouwers, installateurs, financiers en opdrachtgevers werken horizontaal en verticaal samen voor een duurzaam resultaat. Alleen in samenwerking zijn vergaande ambities haalbaar. Om met Laurens de Lange van Unica te spreken `Ondernemer die niet kunnen samenwerken, hebben in de toekomst een probleem`.

Drs.ing. Jan Straatman
directeur en partner Balance & Result Organisatie Adviseurs

1 november 2011

Marketing en commercie in de bouw: een goed voornemen voor 2012!

Waarom is marketing in de bouw toch zo’n niet erkend vakgebied? De bouw besteedt doorgaans weinig tijd en middelen aan effectieve marketing en gestructureerde commercie. Toch laten we ons allemaal door reclame bewerken van de supermarkt tot onze IPhone. Hebben Unilever, Apple en Coca Cola, die jaarlijks enorme bedragen aan marketing spenderen, het bij het verkeerde eind? Of werkt marketing en commercie in de bouw gewoon niet?

Marketing als pure noodzaak

De integratie van marketing en techniek is van oudsher niet vanzelfsprekend. Van de 5 P’s in de marketingmix draait het in de bouw (nog steeds) voornamelijk om de prijs. Door het innoveren van processen en het zo laag mogelijk houden van inkoopkosten kan de prijs laag blijven. Logisch voor een sector waar prijsconcurrentie belangrijk is. Daarmee zit de bouw in een soort vicieuze cirkel en komt zij niet gemakkelijk toe aan productinnovatie, marktonderzoek en het centraal stellen van de klant.
Sommigen geloven dat marketing vooral draait om reclame, pr en verkoop. Is marketing dan alleen een sausje dat in de vorm van een flyer en website over het product gegoten wordt? Dat is alles wat marketing niet is. Marketingmanagement is het analyseren, plannen, implementeren en controleren van programma’s, bedoeld voor het ontwikkelen, bouwen en onderhouden van nuttige ruilprocessen met klanten, ten dienste van het realiseren van organisatiedoelstellingen; zoals continuïteit in de order portefeuille. En dat is hoog nodig met 2012 in het vooruitzicht, een jaar waarin naast algemene maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing en krimp, vooral de gevolgen van bezuinigingen effecten zullen sorteren.

Eenvoudige en effectieve aanpak van acquisitie
Mogelijk zijn bouwbedrijven van mening dat marketing en commercie wel het laatste is waar ze op dit moment aandacht aan willen besteden, gelet op de genoemde ontwikkelingen die de markt nog verder onder druk zetten. Goed nieuws! Het zal u verrassen hoe weinig inspanning het u kost om uw commerciële effectiviteit te verbeteren. In elk bedrijf zijn voldoende middelen aanwezig om informatie te verzamelen die nodig is om inzicht in de klant te krijgen. Met de verkregen inzichten kan een eenvoudig en praktisch toepasbaar commercieel plan van aanpak voor 2012 worden gemaakt, waarmee iedereen kan werken.

Commercie en marketing: een product maken en verkopen waar de klant om vraagt

Belangrijk is dat commercie en marketing niet te ingewikkeld worden gemaakt. Zo had een middelgrote ontwikkelende bouwer een idee over een bepaald product. Aan de hand van gesprekken met klanten is de toegevoegde waarde van het product continu getoetst aan de wensen en eisen van de klant. Om het product te verkopen zijn naast de directie ook een aantal enthousiaste medewerkers in het commercieel team geplaatst. Met behulp van een bedrijfskunde stagiaire is inzicht verkregen in de markt en klanten en is een analyse van de omgeving gemaakt. Ook de ambitie, kennis en kunde van de organisatie is inzichtelijk gemaakt. Door deze inzichten gezamenlijk te verbinden is een product geformuleerd waar de klant om heeft gevraagd. En een commercieel apparaat dat in staat is om het product te verkopen door gerichte marketingacties.

Ook bij aanbestedende opdrachtgevers
In iedere organisatie is wel een aantal personen die het leuk vinden om acquisitie te doen en met commercie bezig te zijn. Die goed met klanten om kunnen gaan en relaties kunnen onderhouden.
Haal die mensen bij elkaar en formeer een commercieel team. Maak eens per jaar een overzicht van uw klanten in de afgelopen 3 jaar en bepaal welke klanten voor u belangrijk zijn. Bij welke klanten heeft u de meeste (én best renderende) omzet behaald. De uitkomsten van deze inspanningen leiden heel snel tot een effectieve aanpak van uw acquisitie in het komende jaar. Een goed voornemen, niet?

Is het dan niet een beetje tijd waard om, gelet op de huidige ontwikkelingen en moeilijke markt, in overweging te nemen dat een gestructureerde aanpak van onze commerciële inspanningen zou kunnen leiden tot meer omzet? We dagen u uit!

José van der loop
Organisatieadviseur Balance & Result

27 oktober 2011

Pro activiteiten


Als ondernemer heb je de focus op de klant. In het huidige dynamische tijdsgewricht wil je slagvaardig kunnen reageren op de eisen van klanten in hun omgeving. Denken in klantwaarde vraagt een proactieve houding. Als ‘denken’ en ‘doen’ in een organisatie van elkaar gescheiden zijn, dat wil zeggen ‘de top beslist, de staf bedenkt, het middenkader stuurt en controleert en de werkvloer mag het uitvoeren’, resulteert dat veelal niet in het beoogde succes van een ingezette verandering.

Het paradigma van de maakbare wereld is in de bouw in de genen opgenomen. Want wat kunnen wij immers niet maken! Dat vindt ook zijn weerslag in de gehanteerde organisatievormen en uit zich in het scheiden van denken en doen. ‘Voordenkers bedenken hoe de doeners het werk moeten realiseren en in de hiërarchie stelt men het denken boven het doen! De organisatie gedraagt zich als een machine, als een gesloten systeem, bij voorkeur in een statische omgeving. Naarmate de omgeving steeds meer complex wordt, volstaat dit organisatiemodel uiteindelijk niet meer, wat overigens vanzelfsprekend ook steeds complexer wordt.

Steeds meer ontstaat het besef dat dit paradigma niet van toepassing is voor een bouw gerelateerde organisatie. Individualisering (zzp’ers), generatie Y en het internet houden ons een spiegel voor dat denken en acteren in netwerkstructuren eerder bij de werkelijkheid ligt dan de hiërarchische hark.

De netwerk organisatievorm, gedraagt zich als een organisme. Het bestaat uit activiteiten, relaties en in dialoog gecreëerde gezamenlijke betekenissen. Een netwerk is bij uitstek het voorbeeld van een lerende organisatie.

Lerend organiseren!
Als bijvoorbeeld ten behoeve van rendementsdoelstellingen en/of het leveren van klantwaarde verhoging verbeterprocessen als ketensamenwerking, lean of virtueel bouwen programma’s worden geïmplementeerd, is de natuurlijke reflex de blauwdruk aanpak: we maken een plan, overtuigen medewerkers van de noodzaak, creëren urgentie en gaan enthousiast van start. We verliezen daarna alweer snel aandacht en focus, de operatie vraagt om aandacht en we vervallen in oud gedrag. Veel trajecten stranden in schoonheid!

De “lerend organiseren” aanpak daarentegen biedt dan meer soelaas. Verenig denken en doen in medewerkers, geef ruimte voor dialoog, maak de ongeschreven regels bespreekbaar, laat medewerkers collectief (af)leren en werk met een lonkend perspectief. Het resulteert in pro-actieve handelingsbekwame medewerkers!

Leren kan op vele manieren. BIM pressure cooker aanpak, integrale contracten, A3 verbeterteams, de Brown Paper-methodiek en generatieleren zijn daar voorbeelden van. Vooral in een lerende context versterken BIM, lean en ketensamenwerking veranderprocessen elkaar, als ze in samenhang worden geïmplementeerd. De metafoor van de ‘trektocht’ in plaats van ‘de georganiseerde reis’ geeft het verschil goed aan. De reis is daarbij belangrijker dan de bestemming; het aanleren van nieuw collectiefgedrag! Het credo is vooral doen! Leren = fouten durven maken, “begint eer ge bezint!”

Willem Pel
Partner Balance & Result
Adviseur BIM, Lean en ketensamenwerking

2 september 2011

Bouwlogistiek 2.0


Dwang, solo of samen?

Bouwlogistiek. Een veel besproken onderwerp waarvan de noodzaak al enige tijd door verschillende partijen wordt onderstreept. Wisselende kentallen en argumenten vliegen dan ook over en weer. Vijfentwintig procent van het goederenvervoer in Nederland is bouwgerelateerd, vijftig procent van de bouwproductie vindt binnenstedelijk plaats, regulering met betrekking tot CO2 bepaalt welk transport -wanneer en tot waar- een stad in mag, meer dan vijftien procent van de kostprijs bedraagt transportkosten, etc. Maar welke stappen zijn er nu de afgelopen jaren daadwerkelijk gezet? En zijn er naast deze maatschappelijke overwegingen geen andere ontwikkelingen die de marktpartijen mobiliseren om dit thema echt op te pakken? Waarom niet vanuit economisch perspectief? Er valt gewoon geld mee te verdienen!

De belangrijkste vraag hierbij is: dwang, solo of samen? We kunnen natuurlijk wachten totdat opdrachtgevers gaan voorschrijven hoe we als sector onze bouwlogistiek moeten regelen. We krijgen dan bepaalde prestaties en eisen mee en moeten daar aan zien te voldoen. Dit gebeurt ook al. In steeds meer projecten nemen overheden een logistieke oplossing mee in hun EMVI uitvraag, zoals bijvoorbeeld bij de verbouwing van Hoog Catharijne in Utrecht. Marktpartijen moeten vervolgens met logistieke oplossingen komen waardoor bijvoorbeeld hinder en CO2 uitstoot worden geminimaliseerd. Dit stimuleert multimodale oplossingen en “onder dwang” zijn “solo” al behoorlijk wat bewegingen waar te nemen in de sector. Een geweldig voorbeeld is de bouw van de nieuwe kantoren van de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken, JuBi Bouw. Hierbij hebben de opdrachtnemende partijen zelf gezegd (en dus niet onder dwang): bouwlogistiek is de kritische succesfactor voor dit project. Zij hebben het bouwproces centraal gezet en met alle toeleveranciers naar een model toegewerkt waarbij de aan- en afvoer van materialen naar de bouwplaats gecontroleerd en geconsolideerd kan plaatsvinden. Zij hebben dit gedaan door het inzetten van een logistieke HUB (overslagcentrum) aan de rand van de stad. Eén van de tussentijdse resultaten is dat ze op dit moment drie weken voorlopen op planning!

Bouwlogistiek “solo” oppakken kan dus leiden tot en krijgen van een bepaald werk en/of het verlagen van je kostprijs. Als marktpartij kan je binnen je project op meerdere manieren optimalisatieruimte creëren voor slimme bouwlogistiek: denk er al over na bij je ontwerpkeuzes, bestudeer de locatie en maak een afweging voor multimodale oplossingen, inventariseer de mogelijkheden om middels een HUB aan de rand van het centrum de goederenstroom meer te controleren en consolideren. De hierdoor ontstane optimalisatieruimte biedt veel perspectief, maar een projectoverstijgende blik op gecoördineerde bouwlogistiek vergroot deze optimalisatieruimte aanzienlijk. Hoeveel bouwplaatsen liggen er wel niet binnen een straal van een kilometer? Door coördinatie en bundeling kan het aantal vervoersbewegingen ver worden teruggedrongen. Dit heeft direct effect op bijvoorbeeld CO2 uitstoot en transportkosten. Bouwlogistiek 2.0 kijkt naar de kansen voor deze gezamenlijke aanpak. Enkele grote bouwers zijn aan het kijken hoe zij dit kunnen vertalen naar de praktijk door een aantal projecten in een bepaalde regio aan elkaar te koppelen.

Dwang, solo of samen? Langs alle drie de wegen zijn er veel ontwikkelingen en dat positief! Een projectoverstijgende aanpak staat in de kinderschoenen. Samen lijken de optimalisatiekansen zo groot, dat het niet lang meer duurt voordat echte “doorbraakprojecten” de sector overtuigen!

Matthijs Pot

Klik hier voor meer informatie over JuBi Bouw.

14 maart 2011

Werk sneller en foutloos met LEAN

De kwaliteit van het bouwproduct verbetert met het verbeteren van het bouwproces. Met minder uren en in kortere tijd ontwerpen en bouwen. De bouwcultuur en structuur aanpassen is het motto, volgens Lucas Keijzer en Matthijs Pot.

Diverse bouwbedrijven zijn sinds enkele jaren bezig traditioneel bouwen om te buigen naar procesgericht denken en doen. Dat levert spectaculaire voorbeelden op die enorme besparing op uren en bouwtijd realiseren. Het beroemde YouTube filmpje waar in 10 dagen een hotel wordt gebouwd komt binnen bereik. Het vraagt om professionalisering van de gehele keten, alsmede technieken van BIM en samenwerkingsstructuren zoals ketenintegratie. Wat blijkt: Lean verbetert niet alleen de diverse processen maar is tevens katalysator voor het accepteren en organiseren van BIM en ketensamenwerking.

Flow gedachte
Het Japans-Amerikaanse Lean Six Sigma model blijkt toepasbaar voor meer dan Manufacturing. Zodra we de flow-gedachte verlaten, maar echt procesmatig denken komen bepaalde gereedschappen (tools) van Lean in beeld die de procesherinrichting organiseren. Door het denken in klantwaarde en het reduceren van verspillingen in het werk, ontstaat er meer samenhang tussen techniek en proces. Vraag diverse projectleiders of uitvoerders maar eens de agenda van gisteren te inventariseren en de vermijdbare activiteiten te turfen. Schrikbarend als blijkt dat ‘gisteren’ geheel gevuld was met tijd die niet had gehoeven. Eén van de oorzaken is dat standaardisatie van processen geen gewoonte is (structuur) en men afspraken gemakkelijk verschuift (cultuur). Deze ‘losse’ manier van werken en de mate van improvisatie blijkt pas veranderbaar als men getroffen wordt op de gevoelige plek: geld.

En met lean geld verdienen willen we. Woningcorporaties willen het, bouwondernemingen willen het en installatiebedrijven ook. Velen praten erover en hebben ook al ambitieuze doelen gesteld. Anderen blijken nog in het ‘Google-stadium’ te zitten en nog anderen hebben zich laten overtuigen dat Lean vooral planning is en ‘Value stream mapping’. Alsof afslanken kan door worteltjes te eten en daarna weer hamburgers. Lean in de bouw is echt meer dan een planningsmethode. Het is een filosofie die het management eerst zal dienen te steunen, in woord en daad. Het moet zodanig sterk neergezet worden dat het uitstraling heeft op de werkhouding en de omgang in de keten. Lean gaat over verantwoordelijkheden, het leren van fouten en het streven deze niet te accepteren, niet te maken en niet door te geven. Ga dus met de onderaannemer vooraf bespreken wat je van hem verwacht en hoe hij zijn werk uitvoert en aflevert, voordat hij fouten maakt en jouw processen in de war stuurt. Met het opzetten van bijvoorbeeld een Brown Paper (methode voor procesmatig plannen) kun je voorkomen dat een bouwpartner de fout in gaat, en daarvoor zal ook hij je dankbaar zijn. Met het bouwen aan een team onderaannemers komt ketensamenwerking in beeld: wederzijds investeren in de relatie, met Lean als katalysator.

De factor mens is sterk bepalend voor het succes en dat merken we ook bij implementaties van bijvoorbeeld BIM of ketenintegratieprocessen. Juist daarom is het van belang je eerst te richten op de cultuur van de organisatie en de mindset bij de medewerkers. Staan alle neuzen (voldoende) dezelfde kant op en is de houding en filosofie in de gehele organisatie gelijk. Het plezierige van Lean is dat het geen complex model is maar eenvoud beoogt. Het gaat om foutloos werken en wie wil dat nou niet. Lean focust op de werkprocessen en vraagt alle disciplines mee te denken in hoe het sneller en beter kan. Dan blijkt dat de mannen daarover al lang een idee hadden, maar de geluiden smoorden in doofheid of hectiek. Lean biedt medewerkers een platform en technieken om te verbeteren. Dat maakt het werken met lean ook leuk en inspirerend. Er zijn geen grenzen aan verbeteren en door het delegeren van verantwoordelijkheid kan iedereen zijn kracht aanwenden tot het ombuigen van het onmogelijke naar het anders aan te pakken.

Verbeterpotentieel
Wij merken in de praktijk dat Lean echt als katalysator werkt voor vernieuwend bouwen, geïnspireerd door de toepassing van ketenintegratie en BIM. Hiermee benut je het aanwezige verbeterpotentieel in een organisatie samen met leveranciers, installateurs en onderaannemers. Wist u dat veel producten en processen in een organisatie meer dan 90% van de doorlooptijd stil liggen? Een woningcorporatie die wordt geconfronteerd met bezuinigingen zal sneller kiezen voor een bouwer die met een kortere doorlooptijd het werk kan afronden. Benut dus de kennis van de werkvloer om inzicht te krijgen in de niet waarde toevoegende activiteiten en maak daarmee uzelf een interessante partij voor toekomstige opdrachtgevers!

ir. Lucas Keijzer – Senior Consultant Symbol
ing. Matthijs Pot – Organisatie Adviseur Balance $ Result

16 februari 2011

Duurzame verwarring


Duurzaam inkopen is failliet volgens VVD-kamerlid Leegte. Het leidt tot extra administratieve lasten, terwijl de milieuwinst twijfelachtig zou zijn. Nauwelijks ingevoerd, maar ‘afschaffen!’ is zijn credo. Maar is dat wel verstandig?

De gedachte achter duurzaam inkopen is dat de overheid de duurzame economie kan aanjagen door haar inkoopkracht te gebruiken als ‘launching customer’. Het enorme inkoopvolume (50 miljard per jaar) stelt de overheid in staat om vraag te creëren naar duurzame producten en diensten. Leveranciers kunnen zich dan onderscheiden door innovatief op die vraag in te spelen. Als ze dat slim aanpakken, dan kunnen ze die innovaties ook aan andere klanten leveren, zodat er in de markt een sneeuwbaleffect ontstaat. Leveranciers die niet aan deze klantvraag willen of kunnen voldoen, zullen uit moeten wijken naar andere afzetmarkten.Initieel ontstaan er fricties als duidelijk wordt dat de klant zijn toekomstige leveranciers daadwerkelijk anders beoordeelt. Er zijn immers niet alleen winnaars, maar ook verliezers. Iedereen die wel eens met veranderingsprocessen te maken heeft gehad, weet dat slappe knieën het einde van de vernieuwing zijn. De verliezers –in innovatietermen de achterblijvers, of ´laggards´– zullen betogen dat de eisen te hoog zijn, dat de toegevoegde waarde onvoldoende is of dat de beoordelingscriteria niet deugen. Een pleidooi voor het opschorten of afschaffen van de ingezette lijn –en als dat niet lukt– diepgravend, tijdrovend onderzoek voor honderd percent consensus, zijn in polderend Nederland bekende vertragingstactieken.

Het is evident dat de overheid een grote verantwoordelijkheid heeft als zij haar inkoopkracht inzet om de markt te beïnvloeden. Natuurlijk moeten de eisen daadwerkelijk (duurzame) waarde toevoegen. Zij moet leveranciers ´fair´ beoordelen, zonder overdadige bureaucratie. Tegelijkertijd mag de markt van de overheid consistent beleid verwachten, ook op de lange termijn. Duurzaam inkopen is jaren terug aangekondigd. Innovatieve ondernemers hebben geïnvesteerd in het verduurzamen van hun producten en diensten, wat ze nu willen verzilveren. De betrouwbaarheid van overheid en politiek zou een fikse deuk oplopen als het juist ingezette beleid om zeep zou worden geholpen. Het zou constructiever en toekomstgerichter zijn als overheid en bedrijfsleven nu zouden investeren in het doorontwikkelen en verbeteren van de ingezette lijn. Onze kinderen verdienen het.