Innovatie en ontwikkeling in de bouwkolom


Innovatie en ontwikkeling in de bouwkolom

De bouwkolom een traditionele bedrijfstak? Voor sommigen gaan de ontwikkelingen te traag, voor velen te snel. Deze weblog geeft onze visie op thema's op het snijvlak van ondernemerschap, innovatie en ontwikkeling en de wensen van klanten en samenleving. Het gaat om marktpositionering, vernieuwend inkopen en aanbesteden, Lean bouwen en installeren, BIM, duurzaamheid en sociale innovatie.

16 mei 2016

Energieneutraal als we het urgent genoeg vinden

We maken onvoldoende tempo om binnen enkele decennia onze ambitie van een energieneutrale samenleving waar te maken. Dat heeft te maken met het gebrek aan urgentiegevoel bij een groot deel van onze bevolking en bij de politiek, de complexiteit van het transitievraagstuk en met de (gepercipieerde) risico's die kleven aan snelle opschaling van nieuwe technologie. Dat was de strekking van twee blogs van mijn hand eind vorig jaar. We zullen wat 'minder moeten .... en meer moeten poetsen' om daar verandering in te brengen. Ook het Rijk is aan zet, zo blijkt uit de notitie van het Beleidsatelier van de hand van professor Wim Derksen.


'Energie in de gebouwde omgeving'

Naar aanleiding van de lange termijnverkenning naar het realiseren van een energieneutrale gebouwde omgeving in 2050 is begin 2016 een beleidsatelier georganiseerd. Het boog zich over de beleidsopties en de bijdrage van maatschappelijke organisaties. Derksen heeft dit beleidsatelier begeleid en de resultaten geanalyseerd. Ik herken zijn conclusies en zie hierin aanleiding om nog eens in te gaan op de belangrijkste kwesties.


Het komt wel goed met nieuwbouw

Sinds begin van de jaren tachtig van de twintigste eeuw zijn in de nieuwbouw flinke vorderingen gemaakt. Door de oliecrises in 1973 en 1979 kwam energiebesparing hoog op de agenda. Door een combinatie van experimenteren, demonstreren en opschalen -lees voorschrijven in de bouwregelgeving- is de energetische kwaliteit van nieuwbouw geleidelijk fors opgetrokken.  In 2020 zal alles wat nieuw gebouwd wordt (bijna) energieneutraal zijn (BENG). Een bewijs van het succes van voortschrijdende normstelling!


Meer kwaliteit niet zonder slag of stoot

Het optrekken van de eisen in de nieuwbouw ging en gaat niet zonder slag of stoot. Vanaf begin jaren 80 werden in experimenten nieuwe technieken beproefd. Deze werden aangewakkerd door aangekondigde normstelling in de bouwvoorschriften. De sector schreeuwde (aanvankelijk) moord en brand vanwege technische knelpunten, kostenverhoging en remmende effecten op de markt. (Zie ook “Duurzaamheidsoorlog”, Thomas van Belzen). Na een paar jaar experimenteren en demonstreren bleek dat het wel kon. Het oplossen van kinderziekten en verankering in regelgeving maakten dat het gangbare praktijk werd en dat de kosteneffecten nivelleerden. (Terug gaan naar de oude situatie zou opnieuw tot kostenverhoging leiden!) Bovendien zorgde regelgeving er voor dat verhoging van de energetische kwaliteit niet afhankelijk was van marktwerking.


Bestaande bouw weerbarstig

Afbeeldingsresultaat voor infrarood opnameZo 'gemakkelijk' als dat gaat in nieuwbouw, zo weerbarstig is de bestaande bouw. Je begint niet blanco en hebt te maken met een bestaande situatie, er zijn veel individuele beslissers, er is nauwelijks regelgeving. Een ander belangrijk knelpunt is de afhankelijkheid van vraag en aanbod, van de marktwerking. Particuliere woningeigenaren verbeteren hun huis alleen als ze daarin voldoende voordelen zien in vergelijking tot de offers die ze daarvoor moeten brengen. Veel eigenaren vinden de propositie niet zodanig aantrekkelijk dat ze direct aan de slag gaan. Bovendien wegen ze het af tegen andere bestedingsmogelijkheden, die hen misschien direct plezier bezorgen.
Dit beeld wordt bevestigd door onderzoek van Teamvier in opdracht van Bouwend Nederland en Uneto-VNI. Veel mensen vinden het verduurzamen van hun huis wel belangrijk, maar slechts een paar percent heeft concrete plannen. De kloof tussen zeggen en doen is dus groot.


Marktwerking

Over marktwerking zegt TwijnstraGudde: 'Stakeholders ervaren in de praktijk weerbarstigheid in het samenspel van de ‘vraag’, ‘aanbod’ en ‘overheid’. Er wordt gewerkt met veel aannames; algemeen wordt aangenomen dat de vraagkant wil investeren in duurzaamheidsmaatregelen, de markt interesse heeft om te innoveren om deze vraag optimaal te verzilveren en de overheid ervoor zorgt dat blokkades worden weggenomen en vraag- en aanbod elkaar makkelijker kunnen vinden. Stakeholders geven aan dat deze aannames in de praktijk niet altijd stand houden. Gebouw- en woningeigenaren zijn over het algemeen minder met duurzaamheid bezig, maar eerder met de kwaliteit en de waarde van gebouwen en woningen.'


Te ver van het bed en te complex

Derksen constateert dat er in de bestaande gebouwde omgeving geen sprake is van grote vooruitgang. Hij heeft daarom de vraag aan de orde gesteld wat de eigenaar beweegt, niet alleen de particuliere eigenaar, maar ook corporaties en commerciële verhuurders. Het blijkt dat er wel koplopers zijn, maar dat opschalen maar niet wil lukken. Ofschoon koplopers het belangrijk vinden en vorderingen maken, vinden te weinig mensen het echt belangrijk genoeg.

"Klimaat heeft voor de grote meerderheid van
de huiseigenaren geen hoge prioriteit."

Het klimaatdebat is ook ingewikkeld; er zijn ontkenners, gevolgen spelen pas op lange termijn, effecten van gedragsverandering zijn niet direct zichtbaar en het is een onoverzichtelijk vraagstuk. "Als men toch moet verbouwen, is er wel bereidheid ... maar in alle andere gevallen wordt dat onderwerp graag uitgesteld." Volgens Derksen zijn de nadelen voor de beslisser misschien wel evidenter dan de directe voordelen.

"Wie zich veel zorgen maakt over de klimaatverandering,
neemt .. nadelen graag voor lief. Maar de meeste mensen
maken zich niet veel zorgen over de klimaatverandering."



Gedragsmodel Fogg

Het voorgaande sluit aan bij het gedragsmodel van Fogg, dat is aangehaald in een recent onderzoek van Van Kempen. Fogg onderscheidt drie voorwaarden voor gedragsverandering: 

  • ‘Motivation’: de beslisser moet gemotiveerd zijn. Bijvoorbeeld zich zorgen maken over klimaatverandering of direct kostenvoordeel kunnen behalen. 
  • ‘Ability’: de beslisser moet in staat zijn om het gewenste gedrag te vertonen, wat eerder het geval is bij overzichtelijke, eenvoudige vraagstukken.
  • ‘Trigger’: een gebeurtenis die het gedrag in werking zet. Bijvoorbeeld een verbouwing die toch al nodig is. Duurzaamheidsmaatregelen in particuliere huizen zijn volgens Teamvier bijna altijd onderdeel van een verbouwing.

Indien motivatie en het vermogen om te veranderen (abibility) samenkomen, dan maken prikkels (triggers) kans om gedragsverandering succesvol te initiëren. Als de motivatie ontbreekt en/of het ingewikkeld is, dan blijft de gedragsverandering uit.


Verleiden - de wortel

Het huidige beleid bestaat volgens Derksen vooral in het teken van verleiden en van een niet altijd consistent subsidiebeleid. Daardoor ontstaat er geen echte markt voor energieneutrale verbouw. Daarbij komt dat de bouw vooral in het teken van nieuwbouw staat.


"Het streven naar een energieneutrale gebouwde omgeving is vooral
omgeven met .. geloof en goede bedoelingen. In feite zegt de overheid:
als we de burger maar duidelijk maken hoe belangrijk het is,
dan zal hij zijn huis heus wel energieneutraal maken."

Goede bedoelingen zijn te prijzen, maar er zal meer in stelling moeten worden gebracht om de zaak op voldoende schaal en snel genoeg in beweging te krijgen.

Duwen - de stok

Met Derksen ben ik van mening dat we kunnen leren van de nieuwbouw. De voortschrijdende normstelling afgelopen decennia heeft aangetoond te werken. Het werkt positief uit op de motivatie (je doet niet meer mee als je  je niet aanpast), het stimuleert 'abibility' door experimenteren en demonstreren en het levert 'triggers' op omdat men weet wat er komen gaat (je krijgt een vergunning als je aan de eisen voldoet).
In de bestaande bouw heb je geen vergunning nodig, dus ligt dat wat lastiger. Maar wat te denken van een koppeling van energieprestatie en WOZ-tarief, of het transactiemoment bij verkoop van de woning, of het niet vervangen van de versleten gasinfrastructuur, of het verhogen van de CO2-heffing? We zullen serieus na moeten denken hoe we de sense of urgentie kunnen vergroten, ook al is dat niet altijd en niet voor iedereen fijn. Ondertussen kunnen we dat combineren met het creëren van voorwaarden waaronder bewoners en eigenaren de slag kunnen maken.

"Voor de koplopers heb je ander beleid nodig dan
voor de opschaling naar de massa."

Rijk aan zet

Afbeeldingsresultaat voor urgencyProvincies en gemeenten hebben een belangrijke rol in de energietransitie. Volgens Derksen is het Rijk nu echter (ook) aan zet omdat het gaat om een groot nationaal thema. Wat mij betreft gaat het zowel om het consistent doorzetten van populair beleid dat gericht is op bewustmaking, verleiding en stimulering, als om het ontwikkelen van impopulair, meer dwingend beleid dat het gevoel van urgentie verhoogt. Blijft dat achterwege, dan sukkelen we vooruit totdat de wal het schip keert en we niet anders kunnen. Zo bezien komt het urgentiegevoel vanzelf, maar of we daar blij van zullen worden ....  

"Die energietransitie moet technisch gezien kunnen slagen.

Als het niet lukt is de reden simpel. We willen het niet."

Meer informatie:

drs.ing. Jan Straatman
Directeur, adviseur Balance & Result

P.S. Alsof de duvel ermee speelt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reactie: