Het rapport is vanaf 21 januari 2015 beschikbaar |
Vier pijlers: onderzoek, onderwijs, praktijk en overheid
De kennisinfrastructuur berust op vier pijlers: onderzoek, onderwijs, praktijk en overheid. Intermediaire organisaties zorgen voor de verbindingen. In de betonbouw vindt hoogwaardig wetenschappelijk en toegepast onderzoek plaats, vaak geïnitieerd door hoogleraren en soms door het bedrijfsleven. Momenteel staat elk onderzoeksproject op zichzelf. Als er al verbindingen zijn, dan is dit het gevolg van “toevallige” persoonlijke contacten van onderzoekers. Ze zijn al lang blij als ze voldoende support hebben gevonden voor hun onderzoeksproject. De capaciteit en middelen zijn meestal zo krap bemeten, dat er geen ruimte is om op zoek te gaan naar verwant onderzoek.Minder invloed door zwakke verbindingen
De verbindingen tussen de vier pijlers zijn zwak. De betonsector is beperkt betrokken bij onderwijs en onderzoek. De inzichten die voortkomen uit onderzoek vinden maar moeilijk hun weg naar de praktijk. Praktijkmensen zijn simpelweg niet op de hoogte van wat er in de onderzoeksinstellingen gebeurt en hoe ze daar hun voordeel mee zouden kunnen doen.In het internationale veld van onderzoek, ontwikkeling en standaardisatie verliest Nederland positie. Er zijn nog enkele gezaghebbende wetenschappers, maar onze invloed slinkt. Als het gaat om regelgeving, dan wordt Nederland afhankelijker van elders gestelde prioriteiten. Het verwerven van internationale expertise voor een snelle marktintroductie van innovatieve technieken door het Nederlandse bedrijfsleven, zal minder snel slagen.
Met weemoed kijken de deskundigen terug op het elan en de internationale positie van Nederland ten tijde van de Deltawerken of de snelle marktintroductie van zelfverdichtend beton.
Strijd om geld, nationaal en internationaal
Dan is er de eeuwige strijd om het geld. Het kost onderzoekers geweldig veel energie om voldoende middelen bij elkaar te brengen om hun ideeën te realiseren. Het lukt soms nog net om voldoende budget te verwerven om een norm of richtlijn te ontwikkelen. Voor het onderhoud daarvan is vervolgens geen geld. Daar komt bij dat onderzoekers wel heel erg gedreven moeten zijn om opgewassen te zijn tegen de bureaucratie die bij de fondsenwerving komt kijken.Ondertussen staan de collectieve fondsen zwaar onder druk en trekt de nationale overheid zich op dit punt terug, waardoor er minder geld te verdelen is. Onderzoeksmiddelen zullen steeds meer uit Europa moeten komen. Om kans van slagen te hebben in de EU-kaderprogramma’s is een krachtenbundeling nodig.
Rollen veranderen, ook bij onderzoek en ontwikkeling
De rolverdeling in de betonbouw is afgelopen jaren flink veranderd. Grote publieke opdrachtgevers speelden in het verleden een belangrijke rol met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling. Nu deze zich terugtrekken op kerntaken en ontwerp, uitvoering en beheer meer overlaten aan de markt, verandert ook hun rol ten aanzien van onderzoek. Het bedrijfsleven zal nadrukkelijker in beeld moeten komen.Vermarketen van kennis en kunde
De KI-Betonbouw bestaat uit gedreven technici met liefde voor het vak. Hun kwaliteit schuilt in het kunnen oplossen van complexe technische vraagstukken. Hun vermogen om in te voelen waar hun omgeving enthousiast van wordt en belang aan hecht, is niet het sterkst ontwikkeld. Zij slagen er met veel moeite in om hun kennis en kunde te vermarketen. Niet in het minst omdat hun gesprekspartners steeds vaker een economische of juridische achtergrond hebben. Als we bedenken dat de bestaande bebouwing een waarde vertegenwoordigt van tientallen miljarden en aan het einde is van haar levensduur, dan is dat op zijn minst opmerkelijk te noemen.“We hebben geen goed verhaal naar de samenleving toe. Als we bijvoorbeeld zichtbaar zouden kunnen maken wat we kunnen bijdragen aan het oplossen van de schaarste aan energie, grondstoffen en mensen, dan kunnen we re-kenen op erkenning.”
Erkenning is het begin van verandering
De huidige kennisinfrastructuur betonbouw is hopeloos gefragmenteerd, niemand heeft het overzicht wat, waar gebeurt, er is nauwelijks uitwisseling en afstemming tussen onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven, partijen moeten wennen aan nieuwe rollen en de sector slaagt er onvoldoende in om haar toegevoegde waarde voor klanten en samenleving duidelijk te maken. Ofschoon hieruit een heel somber beeld zou kunnen ontstaan, gloort er hoop. Bij de deskundigen bestaat het besef dat het anders moet en dat het anders kan. Erkenning is het begin van verandering.Ontwikkelagenda en regie
Wat kunnen we doen om de effectiviteit en efficiëntie van de KI-Betonbouw te verbeteren? Als we het eenvoudig houden, dan moet er op twee hoofdzaken actie worden ondernomen. Op de eerste plaats is het nodig dat de (maatschappelijke) relevantie van de KI-Betonbouw voor mensen buiten de sector veel duidelijker in beeld komt. Een ontwikkelagenda die antwoorden oplevert voor vragen uit in de samenleving kan veel meer rekenen op steun, dan een techniek gedreven agenda.Op de tweede plaats is een verlicht despotisme nodig om er voor te zorgen dat de vraaggedreven ontwikkelagenda tot stand komt en om enige vorm van coördinatie tot stand te brengen.
Zes aanbevelingen
Aanbeveling 1: Vorm een “Regieraad Betonbouw”, die is samengesteld uit invloed-rijke mensen met een helicopterview. Zij moeten hun invloed ontlenen aan het feit dat ze de opinion leaders zijn voor de sector, onderzoekers en fondsen en uitstekende communicatielijnen hebben met (potentiële) financiers van onderzoek.Aanbeveling 2: Zorg voor een ontwikkelagenda voor betongerelateerd onderzoek, die haar fundament vindt in urgente maatschappelijke vraagstukken, zoals de bestaande voorraad of innovatieve materiaalontwikkeling in nieuwe producten en markten. Zorg er voor dat deze agenda aansluit op de doelstellingen van nationale en EU-fondsen en de behoefte van het bedrijfsleven.
Aanbeveling 3: Organiseer de interactie tussen onderwijs en bedrijfsleven, zodat beton een nadrukkelijkere plaats krijgt in de curricula en er afgestudeerde bouw-kundig en civiel ingenieurs uitstromen met op zijn minst basiskennis m.b.t. beton-bouw. Stimulleer hiertoe excellentie in het onderwijs.
Aanbeveling 4: Maak betononderzoek inzichtelijk; wie doet wat, waarom en met welk beoogd resultaat. Denk aan een virtueel kennisplein (web) waar men geplande en lopende zaken kan inbrengen, vragen kan stellen of “peers” kan vinden. Vul dit eventueel aan met fysieke ontmoetingen, bijvoorbeeld tijdens de Betondag. Zorg er voor dat het voor iedereen aantrekkelijk is om op dit kennisplein actief kennis te brengen en te halen.
Aanbeveling 5: Organiseer een debat over de noodzakelijke kennis en kunde bij bouwopdrachtgevers, nu rollen ingrijpend veranderen.
Aanbeveling 6: Breng de internationale vertegenwoordiging in kaart en geef aan waar mogelijk sectorale knelpunten kunnen ontstaan.
In de betonbouw zijn veel gedreven onderzoekers en ‘practitioners’ actief met het ontwikkelen van het vak, bijvoorbeeld in studieverenigingen. Als we er in slagen om deze met elkaar te verbinden en te betrekken bij de maatschappelijk gedreven ontwikkelagenda, dan maakt de KI-Betonbouw een sprong voorwaarts.
drs.ing. Jan Straatman (Balance & Result), dr.ir. Frens Pries (Betonvereniging)
Op 21 januari organiseerde de Betonvereniging een studiemiddag onder de titel "Kennisinfrastructuur betonbouw in de steigers!". Tijdens deze bijeenkomst is het onderzoeksrapport aangeboden aan Jack de Leeuw, directeur SBRCURnet.
Voor het downloaden van het rapport, klik hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reactie: