‘EMVI kost ons handenvol met geld!’, zo verzuchten veel
aanbieders. Ze maken significant hogere kosten voor hun EMVI aanbiedingen dan
voor hun traditionele aanbiedingen, vaak zelfs meerdere procenten van de
projectsom. Met dergelijke commerciële kosten stijgt het bedrijfsleven het water naar de
lippen. En dat terwijl sommige opdrachtgevers EMVI typeren als ‘verplicht kostbaar nummertje’. Kan het anders? Zeker!
Praktijk laat te wensen over
Zoals Jan Telgen recentelijk in de Cobouw
betoogde: EMVI is voor de sector een belangrijke stap voorwaarts, maar de praktijk laat nog te wensen over. Aan welke knoppen van de praktijk kun je draaien om de EMVI-aanbestedingsprocessen te verbeteren? Of met de LEAN-bril, hoe kun je verspillingen uit het aanbestedingsproces elimineren? Een brainstorm
levert de volgende vijf oplossingsrichtingen:
- Beperken van de (omvang en kosten) aanbiedingsproducten, aan te leveren in de aanbestedingsprocedure.
- Beperken van het detailniveau van de aanbieding.
- Sneller trechteren naar de juiste partij.
- Naar een korte en krachtige aanbestedingsprocedure.
- Als het feitelijk een laagste prijs uitvraag is, behandel hem dan ook zo.
Beperk de (omvang en kosten van) aanbiedingsproducten
De praktijk leert dat opdrachtgevers bij een EMVI-opgave
gemakkelijk overvragen, waarbij bijvoorbeeld allerlei aanbieders met ‘exotische
filmpjes’ in de weer zijn. Beperking van de vraag en van de aanbieding betekent
in de praktijk voor opdrachtgevers dat men minder informatie en zekerheid heeft
over de gekozen aanbieding. Het is de vraag of die behoefte aan zekerheid
niet op een andere manier in de procedure kan worden verkregen. Dat kan
bijvoorbeeld door na voorlopige gunning de aangeboden oplossing met elkaar door
te nemen. Dan blijven de extra inspanningen beperkt tot de winnende
partij. Als bijvoorbeeld het aantal A4-tjes van elke aanbiedingsproduct
tot een maximum wordt beperkt, dan worden opdrachtnemers gedwongen zich
tot de kern van hun aanbieding te beperken. Dat zal de inspanning van de
aanbieder(s) beperken. Opdrachtgevers zouden geen aanbiedingsproducten
moeten vragen, die niet keuze bepalend zijn voor de gunning. Denk bijvoorbeeld
aan het ‘plan van aanpak-spook’, zoals Joost Fijneman dat noemt. Veel werk en
weinig onderscheid. Dat geldt feitelijk ook voor aanbiedingsproducten die
slechts marginaal meewegen in de EMVI-score.
Beperk het detailniveau van de aanbieding
Waarom zou je een oplossing op DO of DO+ niveau vragen?
Heeft de klant al deze details nodig voor zijn gunningbeslissing? Duidelijke
uitgangspunten van de opdrachtgever kan hier enorm veel werk voor de aanbieders
besparen. De werkelijkheid bij de aanbieders blijkt ook nogal eens
hardnekkig. Aanbieders kiezen er toch voor hun aanbieding redelijk ver uit te
werken om tot een voldoende onderbouwde aanbieding te komen. Dat is een valkuil
voor aanbieders. En hier ligt dus een belangrijke sleutel in handen van
aanbieders om zelf transactiekosten te beperken.
Trechter sneller naar de juiste partij
Kom sneller tot de partij die de opdracht krijgt. Sneller
trechteren leidt ertoe dat minder aanbieders meelopen in de procedure. De
opdrachtgever moet zijn keus sneller beperken tot twee of drie aanbieders. Dit
vereist discipline van de opdrachtgever, die niet ongebreideld mag gaan shoppen.
Verkort de doorlooptijd naar een krachtige aanbestedingsprocedure
De beïnvloeding van de kosten ligt niet alleen bij de
opdrachtgever. Ondanks alle mogelijkheden zie je veelal dat de aanbieders er
voor kiezen om veel tijd in de aanbieding te steken. Gewoon omdat ze willen
winnen. Het inrichten van een korte en krachtige aanbestedingsprocedure is
daarmee bijna een beschermingsmaatregel die de opdrachtgever zou kunnen maken.
Er kan ook worden gekozen voor een beperking van het aantal interactiemomenten
als bijvoorbeeld vragenrondes over dialoogrondes. Voorzichtigheid lijkt hier
benodigd: deze interactiemomenten blijken vaak erg belangrijk voor
opdrachtnemers om tot onderscheidende kwaliteit van hun aanbieding te kunnen
komen. En daar was EMVI toch om te doen?
Kies in relevante situaties voor een laagste prijs aanbesteding
Zo gaan we weer gemotiveerd naar een laagste prijs
competitie, met alle gevolgen van dien. Toch is het voor een bepaald type werk
toch een goede vraag/aanbod-interactie: je weet al precies wat je hebben wilt
en zoekt dit aanbod tegen een gunstige prijs’. Het is dan niet zinvol om
alle partijen lastig te vallen met aanvullende indieningsproducten.
EMVI-praktijk kan en moet beter
De EMVI-praktijk KAN en MOET beter. Na aanvankelijke euforie
over EMVI zijn we nu bezig om het spel beter te leren spelen. Genoemde
verbeteropties zijn zeker niet uitputtend. Er blijkt een pallet aan
mogelijkheden om de EMVI-praktijk te optimaliseren. Dat vraagt om de kunst van
het weglaten. Een aantal mogelijkheden vindt ook al zijn toepassing in Best
Value Procurement. Er is meer mogelijk.
Hoe stimuleren we opdrachtgevers om zelfkritischer te
worden? Een selectief aanbestedingsbeleid en bewuste keuzes zijn de logische
eerste stappen. Opdrachtnemers hebben veel minder invloed en moeten zich immers
vooral conformeren aan de aanbestedingskeuzes van de opdrachtgevers. Het is aan
opdrachtgevers om de handschoen op te pakken. Want we willen
toch een gezonde markt, die op basis van kwaliteit concurreert?
Comfortzones en zekerheden lijken een bepalende rol te
spelen. De kunst is om sneller tot de kern van de oplossing te komen, met
daarbij aandacht voor zekerheden. Dat vraagt om mensen
die het willen en die het kunnen. Want LEAN aanbesteden vraagt tenminste om
professioneel opdrachtgeverschap.
Paul Kuijpers, adviseur Balance & Result
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reactie: